In groep 6 nemen basisscholen tweemaal de Cito-toets voor rekenen af. Er is de M6 en de E6-toets. Beiden geven aan voor welk moment van het jaar de toets bedoeld is en welke stof er dan wordt getoetst.
M6 toetst van de zomervakantie tot aan november.
E6 toets vanaf november tot en met mei.
Steeds een half jaar onderwijs dus. Scholen zijn vrij in het afnemen van deze toetsen en bepalen dus ook wanneer ze dat doen. Vandaar kan het zijn dat de school van jouw kind het in december en juni doet, in plaats van in november en mei.
Maar wat misschien veel belangrijker is om te weten: Wat komt er aan bod op deze reken Cito’s in groep 6?
Optellen en aftrekken
Leerlingen in groep 6 leren optellen en aftrekken tot en met 10.000 en soms net iets eroverheen. Ze moeten in de Cito’s laten zien dat ze getalbegrip hebben en dus weten waar getallen tussen de 0 en de 10.000 zich bevinden. Ze moeten inzien dat een getal als 1.009 heel dichtbij een getal als 998 ligt, ook al staat er een punt en zijn er ineens vier cijfers.
Optellen en aftrekken gebeurt kolomsgewijs. Dat betekent dat leerlingen in groep 6 nog niet cijferen (het trucje), maar nog echt inzichtelijk rekenen.
Oriëntatie op breuken
Ook breuken spelen een zeer belangrijke rol. Er wordt vaak gedacht dat er in groep 6 slechts een oriëntatie op breuken plaatsvindt, maar dat is niet waar. In groep 5 worden breuken geïntroduceerd in de vorm van pizzapunten of pannenkoeken, maar vanaf groep 6 wordt er al heel serieus mee gerekend. Kinderen trekken breuken van elkaar af en tellen ze bij elkaar op. Vermenigvuldigen en delen komt pas later aan bod (groep 7 en 8).
De breuksommen in groep 6 zorgen voor veel hoofdbrekens bij kinderen, want het is best verwarrende stof. Het is voor de leerkracht en voor jou als ouder dan ook belangrijk om goed op te letten of je kind het begrepen heeft.
Kommagetallen
Kinderen leren al in groep 5 rekenen met kommagetallen, maar in groep 6 wordt dit veel verder uitgebouwd en ontdekken kinderen dat er overlap bestaat tussen breuken en kommagetallen. Dat je ½ ook als 0,5 van iets kan zien.
Dit besef wordt op de Cito-toets van E6 getoetst. Ook rekenen met geld is natuurlijk rekenen met kommagetallen.
Delen
Ook deelsommen komen in groep 6 veelvuldig aan bod. Het rekenen in groep 6 wordt nog wel inzichtelijk gehouden. Leerlingen krijgen dus stap voor stap uitleg van hoe ze een deelsom moeten maken en maken nog geen gebruik van cijfertrucjes als de staartdeling.
Het grote voordeel hiervan is dat leerlingen zich heel erg bewust zijn van wat ze doen. Maar het grote gevaar schuilt hem er wel in dat kinderen die dit niet snappen, ondergesneeuwd raken en niet meer snel bovenkomen. Kinderen kunnen heel makkelijk de schijn ophouden en geven niet snel aan of ze het niet begrepen hebben. Als leerkracht, maar ook als ouder, moet je dus heel erg oplettend zijn.
Verhaaltjessommen
De Cito-toets in groep 6 brengt veel sommen in verhaalvorm naar kinderen. Deze verhaaltjessommen zijn niet voor alle kinderen heel erg goed te maken, omdat het vaak onduidelijk is wat ze moeten doen. Veel rekenmethodes slaan verhaaltjessommen over en leren puur de vaardigheden aan. Die gemiste schakel kan op een Cito-toets voor problemen zorgen. Kinderen kunnen bijvoorbeeld heel goed weten hoe ze een som moeten bewerken, maar slagen er niet in om de benodigde som uit die brij tekst te halen.
Wanneer dit het geval is, kun je met de leerkracht van je kind overwegen bijles te nemen en hierop te trainen.